Vera Naber nam vorige week afscheid als Stuurgroeplid namens de SBJ voor de Hervormingsagenda Jeugd. Een bewogen en zeer intensieve periode waarin Vera bergen aan werk heeft verzet. Tijd voor een terug- en vooruitblik met haar.
Wie ben je en wat is jouw achtergrond?
Ik ben Vera Naber en oorspronkelijk opgeleid tot klinisch ontwikkelingspsycholoog. Ik heb vele jaren in het onderwijs en de zorg gewerkt, vooral op scholen en bij schoolbegeleidingsdiensten. Ik begeleidde leerlingen, leerkrachten en ouders vanaf regulier tot speciaal onderwijs. Door de jaren heen ben ik doorgegroeid naar regionale en landelijke beleids- en managementrollen om zo met de ervaring uit de praktijk van waarde te kunnen zijn voor het werkveld en vooral de professionals. De jeugdwet en passend onderwijs zijn daarbij altijd mijn interessegebieden geweest. De laatste tien jaren werk ik zelfstandig en ben ik bestuurlijk actief bij het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) voor de sectie jeugd waar ik voorzitter van ben. Naast mijn werk voor de Samenwerkende Beroepsverenigingen Jeugd, ben ik bekend als netwerkregisseur voor het netwerk Met Andere Ogen (www.netwerkmetandereogen.nl). Dat zich richt op regionale samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs, jeugdhulp en zorg om de ontwikkelkansen van kinderen te optimaliseren. Een prachtig netwerk gericht op kansen en oplossingen dat lokaal en landelijk impact maakt.
Waarom vond je het persoonlijk belangrijk om actief te zijn als stuurgroeplid voor de SBJ?
Mijn drive is continue geweest om aan de landelijke gesprekstafels – ambtelijk, bestuurlijk, eigenlijk op alle mogelijk niveaus – de beleidsbubbel te voeden met ervaringen en inhoudelijke kennis vanaf de werkvloer en vanuit mensen die er écht voor opgeleid zijn. Tot op de dag van vandaag verbaast het mij dat er zoveel mensen met beperkte inhoudelijke deskundigheid zich met grote beslissingen bezighouden en hoeveel tijd er gaat naar gesprekken die niet rechtstreeks met de inhoud van het werk van doen hebben, of gaan over de hulp of zorg aan ouders en kinderen, maar vooral gericht zijn op systemen en (belangen van) organisaties. En uiteraard: geld. Persoonlijk merkte ik dat ik goed in staat was om de stem van de professional te laten horen en ervaringsverhalen en deskundige adviezen vanuit het rijke multidisciplinaire netwerk van de beroepsverenigingen mee te nemen naar die plekken waar dat nog niet vanzelfsprekend was.
Het programma Zorg voor de Jeugd dat in 2019 startte was een antwoord op de evaluatie van de jeugdwet die al in 2017 werd ingezet. Vanuit de beroepsverenigingen zetten wij toen een eigen ‘schaduwevaluatie’ in die ik op 5 september 2018 mocht overhandigen aan de minister van VWS, destijds Hugo de Jonge. Het jaar erop startte het programma en was ik als algemeen bestuurslid vanuit het NIP één van de twee afgevaardigden die namens de in totaal elf verenigingen aansloot bij de stuurgroep. We hadden geen idee wat er op ons af kwam. Snel werd duidelijk dat dit een enorme klus was die ik er niet even bij kon doen. Het afstemmen met de achterban, alle sessies die we organiseerden, de bijeenkomsten samen met de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd, het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd en VWS, de mooie publicaties zoals de handreiking ‘de juiste professional op de juiste plek in het lokale team’, de samenwerking met de ambassadeurs Jeugd en de debatten die we bijwoonden, zoals die op 13 juni 2019 waar we met een groep professionals op de publieke tribune zaten en minister Hugo de Jonge met ons op de gang kwam napraten. Dat waren leuke momenten.
Vanaf 2020 werkte ik samen met stuurgroeplid Arne Popma (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), hij nam het stokje over van Astrid Nielen ( jeugdartsen) Dit was ook het jaar dat Corona ons allemaal overviel, waarbij – naast al het reguliere werk vanuit Zorg voor de Jeugd – de stuurgroeptafel Jeugd zich ook ontwikkelde als landelijk crisisplatform voor het hele jeugddomein. Aanvankelijk hadden we dagelijks overleggen, later ging dat over in een lagere frequentie. Het was indrukwekkend hoe goed dat ging en hoe sterk iedereen – ministeries, gemeenten, jeugdzorgaanbieders, kenniscentra, clientorganisaties en wij als beroepsverenigingen– ieder zijn eigen rol vervulde en achterban benutte. De samenwerking met Arne was een feestje. We bleken elkaar zeer goed aan te vullen en ontwikkelden ons als krachtig duo op inhoud en organisatie. Het was ook de periode waarin binnen SBJ de vraag rees of men ook na afronding van Zorg voor de Jeugd wilden doorgaan als netwerk. De gesprekken die we met alle verenigingen voerden, leverde een unaniem beeld op: SBJ zou blijven. We gingen een professionaliseringsslag in en het is supermooi om te zien hoe alles nu staat.
Het meedoen met het Zorg voor de Jeugd programma behelsde veel, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Al werkende groeide binnen de SBJ een team van mensen met specifieke kennis over bepaalde thema’s. Dit heb ik ervaren als een mooi organisch proces waarbij de betreffende beleidscollega’s van de verenigingen samen een kernteam vormden. De laatste jaren trok ik daarbij intensief op met Hilbert Fleddérus (secretaris SBJ) om grip op het geheel te houden.
Vanuit het Zorg voor de Jeugd programma lag de kans klaar om direct door te gaan met de Hervormingsagenda Jeugd.
Hoe kijk je terug op het proces van de Hervormingsagenda?
Helaas heeft het ontstellend lang geduurd tot ieders grote teleurstelling. Toch ben ik altijd vol gegaan voor de Hervormingsagenda omdat Arne en ik het erg van belang vonden het geluid van de professional ononderbroken te laten horen en de samenwerking en relaties met de partijen – ondanks het grote conflict tussen Rijk en gemeenten – goed en constructief te houden. Ik heb het ook als heel zorgvuldig ervaren met al die samenwerkingspartijen. Door elkaar vast te houden en echt met de oprechte wens en poging het verschil voor de jeugd te maken en tot goede ambities en thema’s te komen. Uiteindelijk is de agenda in juni 2023 er gekomen en zijn we nu een jaar later aan de slag met de vele thema’s.
Wat ik spijtig vind is dat de rijk gevulde Hervormingsagenda na de zomer 2023 in een zeer programmatisch geheel ‘geduwd’ moest worden. Hierdoor is een belangrijke essentie van het samen leren en ontwikkelen en het ‘anders samenwerken’ nog maar nauwelijks van de grond is gekomen en zijn er rond de thema’s op veel plekken nieuwe (projectmatige aangestuurde) werelden zijn ontstaan. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat we daarmee het reparerende en repeterende patroon dat we al jaren doen, al hebben ingezet.
Wat zijn drie mijlpalen voor professionals / beroepsverenigingen in de Hervormingsagenda?
Het blijft essentieel om de ervaringen vanaf de werkvloer continue in te blijven brengen. Relevante ervaringen uit de domeinen waarover gesproken wordt vanuit mensen die het werk dóen en rekenen op onze steun. Relevante deskundigheid voor vraagstukken waar ontwikkeling en innovatie noodzakelijk is om de zorg beter te maken. Deskundigheid die er toe doet en die tot nieuwe, betere ideeën leidt. Professionals hebben één belang en dat is goede zorg kunnen bieden. Daartoe zijn zij intrinsiek gemotiveerd en ook voor opgeleid.
Mijlpalen waren voor mij:
- De oprichting van het Platform Vakmanschap Jeugdprofessionals waar inmiddels bijna 6.000 professional actief aan deelnemen.
- De geleidelijke groei van de samenwerking binnen het netwerk en de unanieme wens als netwerk bij elkaar te blijven. Een min of meer intern proces maar een belangrijke mijlpaal naar buiten toe.
- De samenwerking met de ambassadeurs jeugd en de gezamenlijke optredens waar het lukte om vele professionals te mobiliseren en mee te laten denken en doen.
De afgelopen periode heb je de nieuwe stuurgroepleden Pim Hoek en Nathalie Wils ingewerkt. Wat zou je beiden als gouden tip willen meegeven?
Blijf in- en uitzoomen; inzoomen naar de essentie wat wíj als professionals te brengen hebben en uitzoomen naar het grote plaatje van de beweging en daarbij steeds de vraag ‘ben ik nu vooral bezig de systeemwereld in stand te houden of dragen we bij aan een wezenlijke verandering?’
De Hervormingsagenda is 1 jaar geleden getekend. Waar moeten we als professionals de komende jaren kansen pakken en waar liggen uitdagingen?
Blijf van je laten horen, niet verslappen en zorg dat je zichtbaar bent: bij debatten, in samenwerking met partners zoals de BGZJ en de clientorganisaties. En, ga de regio in; organiseer voor de professionals en wees zichtbaar voor hen.
Je stopt nu als bevlogen stuurgroeplid. Welke nieuwe klussen zie je naar uit?
Ik zie er naar uit om voor Met Andere Ogen volle aandacht te kunnen hebben en op het snijvlak kinderopvang – onderwijs – zorg focus aan te kunnen brengen en meer gericht op die domeinen verschil te kunnen maken voor kinderen en professionals.
Maar het moet gezegd…met enig weemoed neem ik afscheid. Want was het mooie en intensieve tijd waar ik vooral enorm van heb genoten. De samenwerking met al die fantastische mensen op al die bere-interessante plekken… ik ga het missen!